Biografieën

Bakker, Maarten

Een halve eeuw ‘kritische, welwillende betrouwbaarheid’ voor vak en vakvereniging

1900 - 1988 Verdiepingen Biografieën Vensters Pop-ups
  • NILO
  • Quick
  • deze periode maakte grote indruk
  • een langlopend conflict
  • KVLO
  • Onderbreking
  • Eigen verenigingsgebouw
  • Op luisterrijke wijze
  • Voorzitter redactievergaderingen
  • Gedenkboek
  • Meester van Eer
Maarten Cornelis Bakker werd op 16 mei 1900 in Amsterdam geboren. Hij groeide op in Amsterdam waar zijn vader hoofd van een school was. Na het afsluiten (1920) van de 3e HBS met 5-jarige cursus ging Bakker in militaire dienst en volgde een officiersopleiding bij de artillerie.

Leraar LO in Amsterdam
Op 9 augustus 1924 slaagde Bakker in Haarlem voor het examen Lichamelijke Opvoeding MO. In hetzelfde jaar volgde een aanstelling in Amsterdam aan enkele openbare lagere scholen en een jaar later tevens aan de 2e openbare Handelsschool. Hij raakte bekend met het werk van de Amsterdamsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding en werd in 1928 lid van de centrale schoolsportcommissie in Amsterdam. In 1929 werd hij aangesteld als theoriedocent aan het NILO in Amsterdam. Inmiddels werd Maarten Bakker alom aangesproken met zijn initialen: M.C.

Pionier en promotor van honkbal
Vanaf 1919 speelde Bakker in het eerste team van de Amsterdamse honkbalclub Quick en maakte bij deze club alle landskampioenschappen mee (1922, 1925 en 1935). Als derde honkman van het Nederlands negental speelde hij zes interlands. In de beginjaren van de georganiseerde honkbalsport was Bakker, in het kielzog van zijn vriend ‘Blees’ (Emile Bleesing), een groot promotor en pionier van honkbal. Na zijn actieve sportcarrière werd Bakker honkbaltrainer/-coach en in 1956 werd hij de eerste Nederlandse internationale honkbalscheidsrechter.

WO II: bewogen bataljonscommandant en principieel consulent
Als bataljonscommandant was Bakker tijdens de inval van de Duitsers gelegerd op de Grebbeberg en deze periode maakte grote indruk op hem. Na zijn demobilisatie (28-6-1940) werkte Bakker weer als leraar LO in Amsterdam en in 1942 trad hij als consulent (later hoofdconsulent) voor de lichamelijke opvoeding in dienst van de in 1941 ingestelde Rijksinspectie voor Lichamelijke Opvoeding. Vanuit zijn aversie tegen elke vorm van heulen met de bezetter kreeg hij een langlopend conflict met hoofdinspecteur R. IJzer.

Bestuurlijk propagandist voor de LO binnen de AGOV en de KVLO
Bakker werd in 1930 bestuurslid van de AGOV. Al een jaar later werd hij vice-voorzitter en van 1935 tot 1946 was hij penningmeester van deze afdeling. In de crisistijd ging Bakker zich ook op landelijk niveau inzetten. Als 2e secretaris (1936-1946) van het hoofdbestuur van de KVLO was hij o.a. verantwoordelijk voor de tijdrovende ledenadministratie. Na een onderbreking trad Bakker weer toe tot het hoofdbestuur. Als penningmeester (1955-1972) voerde hij een solide financieel beleid. Daardoor werd de aankoop mogelijk van een eigen verenigingsgebouw, werden congressen en (systematiek)conferenties georganiseerd en kon het 100-jarig bestaan in 1962 op luisterrijke wijze worden gevierd. Op grond van zijn kennis en netwerk zat Bakker als bestuurder of afgevaardigde in tientallen (advies)commissies op het gebied van de LO en sport, zowel binnen als buiten de KVLO. Hij onderstreepte het kwaliteitsbelang van internationale uitwisseling van gedachten en was in 1953 één van de oprichters van de Internationale Arbeitskreis für Zeitgemässe Leibeserziehung (IAZL). Bakker was bovendien nog een kwart eeuw (1955-1980) secretaris van het Jan Luiting Fonds .

(Eind)redacteur en publicaties
Van 1941 tot 1946 was Bakker redactielid van De Lichamelijke Opvoeding en in 1957 werd hij eindredacteur-samensteller en voorzitter van de redactievergaderingen. Toen hij stopte (1-1-1973) was hij geslaagd in zijn voortdurend streven naar verbetering van de kwaliteit en vergroting van de omvang. Onder hem groeide het blad uit tot het grootste verenigingsorgaan van Nederland van verenigingen van vergelijkbare grootte: van 530 pagina’s in 1972 naar een ‘all-time-high’ van 1042 pagina’s in 1969. Elke veertien dagen moest het blad uit, ‘op tijd en op peil’ Af en toe verzorgde Bakker zelf een artikel, (congres)verslag, rapport of boekbespreking en als eindredacteur was hij verantwoordelijk voor het gedenkboek en congresverslag bij het 100-jarig bestaan van de KNVLO in 1962.

Een leven lang toegewijd voortrekker
Bakker streed in een turbulente tijd voor vakinhoudelijke verbetering, ontwikkeling van de opleidingen, de gelijkberechtiging van het vak, de rechtspositie van de leraren en de belangen van de leden van ‘De Nederlandse’. Ruim 50 jaar van zijn leven besteedde hij aan het scheppen van voorwaarden waardoor bewegende jonge mensen tot hun recht zouden kunnen komen. Zijn werk werd door vele instanties gewaardeerd met een erelidmaatschap: van zijn honkbalclub Quick (1951), van de KVLO (1962), van de AGOV (1965), en van de KNHB (1974), de toenmalige honkbalbond. De KNHB gaf in de jaren zestig (tot in de jaren tachtig) de aspirantencompetitie zijn naam en de vrijmetselaarsloge ‘Broedertrouw benoemde hem tot ‘Meester van Eer’ (1981). Maarten Bakker overleed op 28 december 1988 in Warnsveld.

Literatuurverwijzingen
Voor de gebruikte literatuur klik op literatuurverwijzingen

Externe links Auteur: Kees van Tilborg

Maarten Bakker (1900-1988).

Maarten Bakker (1900-1988)

Bakker aan slag en (als eerste in Nederland) in honkbaltenue.

Aan slag

Eigen verenigingsgebouw in Utrecht (Frans Halsstraat 13).

Eigen verenigingsgebouw in Utrecht (Frans Halsstraat 13)

De organisatoren worden voorgesteld aan prinses Beatrix.

10 jaar (1946-1956) Amsterdamse sportweek (Bakker 3e van links)