Patriciërstelg
Pim Mulier werd geboren op 10 maart 1865 in de gemeente Wonseradeel, waar zijn vader burgemeester was. Als peuter verhuisde hij naar Haarlem waar het gezin één van de meest imposante panden aan de Nieuwe Gracht betrok.
Een belangrijk deel van zijn onderwijs en opvoeding verkreeg Pim, net als zijn oudere broer Pieter, op kostschool. Op Pieters school in behoorde cricket tot het curriculum en waarschijnlijk heeft Pim via zijn broer de Engelse sport leren kennen. Tijdens zijn eigen verblijf op kostscholen in het Gelderse Brummen (1878-1880) en vooral in het Engelse Ramsgate (1882-1884) is Muliers liefde voor cricket, voetbal en atletiek gegroeid. Ook in tennis, wielrennen, schaatsen en bandy was hij daarna actief.
Organisator
In de prille sportwereld was Mulier om twee redenen een uitzonderlijke figuur: met zijn initiatiefrijke houding was hij één van de voortrekkers in de organisatievorming en zijn ideeën over de maatschappelijke waarde van sport waren uniek. Eerst werd hij actief in het bestuur van Haarlemse sportclubs die vanaf 1880 ontstonden: de cricketclub Rood en Wit en de Haarlemsche Velocipèdeclub. Van de
Haarlemsche Football Club
was hij de eerste voorzitter. In 1889 riep Mulier vertegenwoordigers bijeen van alle Nederlandse voetbalclubs, op dat moment nog geconcentreerd in de grote steden van het Westen. Zijn werk als redacteur van Het Sportblad verschafte hem deze spilpositie. In Café Neuf te Haarlem werd op 19 november 1889 de Nederlandsche Voetbal en Atletiek Bond opgericht, met Mulier als voorzitter. Later werd hij ook kortstondig voorzitter van de Nederlandsche Cricketbond.
Beide functies legde hij begin 1892 neer wegens de voorbereiding op de . Daar beleefde hij wellicht het hoogtepunt in zijn bestuurlijke loopbaan: de verkiezing tot eerste voorzitter van de International Skating Union (ISU). Mulier gaf mede vorm aan de nationale sport bij uitstek: langebaanschaatsen. In deze functie kwam ook zijn karakter als bestuurder aan het licht: hij liep over van ideeën voor de sport, wist mensen te begeesteren en bracht de boel in beweging. Mulier miste evenwel het politiek vernuft en het geduld om besluitvorming naar zijn hand te zetten. Wellicht is dat de reden dat Mulier in geen van zijn bestuursfuncties langer dan enkele jaren aanbleef. Zijn voorzitterschap van de ISU duurde nauwelijks twee jaar.
Ideoloog
In zijn ideologische benadering van sport stond Mulier voor 1900 nagenoeg alleen. Sport was volgens hem meer dan een aangenaam tijdverdrijf, het was een middel om Nederland als natie te versterken. De jeugd verkreeg door te sporten niet alleen lichamelijke fitheid, maar ontwikkelde ook karakter. Sport versterkte het zelfvertrouwen, het doorzettingsvermogen en de zelfbeheersing. Daarnaast wist Mulier dat collectieve sportieve ervaringen de nationale identiteitsvorming en het gevoel van nationale eenheid bekrachtigden. De Nederlandse identiteit werd rond 1900 slechts door een kleine bovenlaag van de bevolking bewust beleefd en sport kon een middel zijn om het nationaal gevoel aan te wakkeren.
De eerste wereldtitel van schaatser leidde tot een explosie van nationale vreugde, waarbij Mulier, als voorzitter van de organiserende bond, op de voorgrond trad. Doorslaggevender nog was zijn bijdrage aan een evenement dat de natie nu nog tot het kookpunt brengt: de Elfstedentocht. Het was Muliers idee om de
informele tocht langs de elf Friese steden om te vormen tot een georganiseerde wedstrijd met deelname uit het hele land. De eerste editie in 1909 was kleinschalig maar de aandacht van de media was direct enorm. Daarna is de 'tocht der tochten' geleidelijk uitgegroeid tot een onovertroffen nationaal symbool met mythische facetten.
Mulier gaf de aanstoot tot de Elfstedentocht na een verblijf van ruim vijf jaar (1899-1905) in Medan (Nederlands Indië), waar hij hoofdredacteur was van de Deli Courant. Hij zou na 1900 geen leidende positie meer vervullen in de Nederlandse sportwereld. Zijn rol werd een symbolische. Bij jubilea en andere hoogtijdagen werd Mulier op het schild gehesen als ‘peetvader van de nationale sport’. Met zijn niet geringe eigenliefde en mythomanie werkte Mulier actief mee aan de constructie van dit imago. Op zijn oude dag vielen hem verschillende ten deel.
Mulier overleed op 12 april 1954 in Den Haag.
Literatuurverwijzingen
- Mulier, W. (1893). Wintersport. Haarlem: De Erven Loosjes.
- Mulier, W. (1894). Athletiek en voetbal. Haarlem: De Erven Loosjes.
- Mulier, W. (19897). Cricket. Haarlem: De Erven Loosjes.
- Zandbergen, G. (1996). Pim Mulier, ijdel maar weergaloos. Amsterdam: Uitgeverij Thomas Rap.
- Rewijk, D. (2012). ‘Pim Mulier transformeerde de schaatssport’. Historisch Tijdschrift Fryslân (2012) 8-11.
- Rewijk, D. (2015). Captain van Jong Holland. Een biografie van Pim Mulier 1865-1954. Gorredijk: Bornmeer 384 p.
Auteur: Daniël Rewijk