In de praktijk volgden ook de gemeentelijke en bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs en de lagere scholen dit verbod. Vanaf het eindexamenjaar 1973 maakte de minitrampoline deel uit van de ALO-opleiding en zijn er vele nascholingscursussen geweest. In 1978 werd tevens de bekostiging van de minitrampoline opgeschort (circulaire VO/LMB-005). In 1980 werd het gebruik weer
mogelijk onder bepaalde voorwaarden. De voorwaarden hebben een aantal jaren gefunctioneerd, werden door de KVLO grotendeels onderschreven en uitgedragen, maar leverden ook veel discussie en onduidelijkheid op, zowel inhoudelijk als juridisch. De KVLO stelde een adviescommissie in die verbeteringen in de circulaire voorstelde. In 1991 werd de circulaire over het gebruik
in zijn geheel ingetrokken. Het waarborgen van de veiligheid werd voortaan gezien als een zaak van het bevoegd gezag, de voorschriften waren inmiddels deels verouderd. De KVLO heeft de door de commissie opgestelde tekst als advies gepubliceerd in het vakblad met een reeks van praktijkartikelen (zie
LO 13 t/m 18 1991 en
LO 1 en 2 1992). Tot op heden blijft het gebruik van de minitrampoline echter vragen oproepen. De KVLO zegt hier op haar website onder het kopje 'Gebruik minitrampoline (2008)' het volgende over:
'Het gebruik van de minitrampoline is toegestaan voor iedere leerkracht die bevoegd is voor bewegingsonderwijs. Er zijn geen wettelijke beperkingen die op dit gebied gelden voor het gebruik van de minitrampoline.
Bij de keuze van lesonderdelen is het aan de leerkracht om zich de vraag te stellen of hij/zij voldoende bekwaam is in het lesgeven van dit onderdeel. In het geval van de minitrampoline is dit van belang omdat er op het gebied van veiligheid een aantal afwegingen moeten worden gemaakt om de lessituatie veilig te laten zijn (…).
De KVLO adviseert alleen bevoegde en bekwame leerkrachten gebruik te laten maken van de minitrampoline. Deze activiteit is risicovol en vraagt om een hoge mate van deskundigheid.
In het vakwerkplan wordt de inhoud van het bewegingsonderwijs vastgelegd. Daar kan ook in opgenomen worden wie wel en wie niet met de minitrampoline mag werken en wat wel en wat niet toegestaan wordt.'