Wanneer?

Wat?

Soort mensbeeld

427-347 v. Chr.

'Het lichaam is de kerker
van de ziel'

Dualistisch

384-322 v. Chr.

'De werkelijkheid bestaat uit afzonderlijke dingen,
die zelf weer een eenheid
zijn van vorm en materie'

Synthetisch dualisme, Hylemorfisme.
ziel geeft vorm aan het lichaam.

1224-1274

Christelijk Aristotelisme.

Hylemorfisme: ziel geeft vorm aan het lichaam.
Lichaam heeft vermogens (tijdelijk).
Ziel het intellect (eeuwig)

1596-1650

'Ik denk dus ik ben'
Cartesiaans theater.

Substantie dualisme
(dualistisch)

1709-1751

'De mens is een machine,
de mens is louter lichaam, materie'

Materialistisch (monistisch)

1856-1939

‘De mens is een gespleten
wezen namelijk;
het bewuste en
het onbewuste’

'Homo Sexualis'
(bijzondere vorm van dualisme)

1900-1976

'Lichaam en geest zijn één
maar ze behoren tot andere categorieën'

Empirisch-analytisch (monistisch)

1908-1961

'Mens( i.c. lichaam) en wereld zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden'

Relationeel
i.c. intentioneel