Venster

Kerndoelen bewegen en sport voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs (2004-2009)

Bewegen en sport is erop gericht alle kinderen te brengen tot blijvende en verantwoorde deelname aan bewegen en sport, tot een bewuste keuze voor bewegen in het algemeen en voor specifieke bewegingsactiviteiten in de vrije tijd. Daarop is dan ook de verschuiving gericht van het leren van de basisvormen van bewegen, waarop in het basisonderwijs de nadruk ligt, naar een brede oriëntatie op de actuele bewegingscultuur in het voortgezet onderwijs.

De leeftijd van twaalf tot veertien jaar is een turbulente periode, met een snelle verandering in lichamelijke kenmerken. Tegelijkertijd betekent de overgang naar een andere school een ingrijpende verandering in de sociale omgeving. De leerlingen moeten op zoek naar een nieuwe plek en identiteit in dat geheel. Dat vergt oriëntatie en aanpassing. In deze periode worden leerlingen zich ook meer bewust van hun eigen mogelijkheden en onmogelijkheden en die van anderen. Prestaties in dit leergebied zijn voor iedereen zichtbaar. Dat maakt leerlingen kwetsbaar. Het is daarom in deze leeftijdsfase belangrijk dat ze kansen krijgen hun mogelijkheden in een veilige omgeving te verkennen en leren hun zelfvertrouwen op het gebied van hun bewegingsmogelijkheden verder te ontwikkelen en te benutten. Respectvol omgaan met verschillen in belangstelling, begaafdheid en tempo vraagt voortdurend om flexibiliteit en om uitdagende en aansprekende bewegingssituaties. Aansluiten bij de bewegingservaring uit de basisschoolperiode is daarbij essentieel.

Leren bewegen is bij uitstek een groepsactiviteit. Leerlingen verkennen en ontwikkelen naast hun mogelijkheden in de rol van beweger ook die in de rol van ondersteuner en organisator. Er wordt veelvuldig een beroep gedaan op verschillende sociale vaardigheden en regelvaardigheden. In tal van situaties wordt van leerlingen verwacht dat ze elkaar helpen, onderling rollen en taken verdelen, op veiligheid letten, respectvol met elkaar omgaan, zorgzaam zijn voor elkaar, met elkaar regels afspreken, samenwerken en samen spelen. Leerlingen leren eenvoudige regeltaken vervullen, zoals elkaar hulp verlenen, aanwijzingen geven en coachen, organiseren en rollen als scheidsrechter of jury vervullen. Deze sociale en regeltaken maken het niet alleen mogelijk samen te bewegen, maar bieden leerlingen de mogelijkheid te leren hoe ze die activiteiten met elkaar veilig op gang kunnen brengen en op gang kunnen houden. Ze leren verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen bewegen en dat van anderen, ook als de onderlinge verschillen groot zijn.
In het domein zijn relaties te leggen met de domeinen Kunst en cultuur, Mens en natuur en Mens en maatschappij. De kerndoelen:
  • De leerling leert zich, mede met het oog op buitenschoolse beoefening, op praktische wijze te oriënteren op veel verschillende bewegingsactiviteiten uit gevarieerde gebieden als spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek, zelfverdediging en actuele ontwikkelingen in de bewegingscultuur, en daarin de eigen mogelijkheden te verkennen.
  • De leerling leert door middel van uitdagende bewegingssituaties zijn bewegingsrepertoire uit te breiden.
  • De leerling leert de hoofdbeginselen van de bewegingsactiviteiten op eigen niveau toe te passen.
  • De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar.
  • De leerling leert eenvoudige regelende taken te vervullen die het mogelijk maken zelfstandig en samen met andere leerlingen bewegingsactiviteiten te beoefenen.
  • De leerling leert door deel te nemen aan praktische bewegingsactiviteiten de waarde van het bewegen voor de gezondheid en de welzijn kennen en ervaren.

De kerndoelen voor de onderbouw VO zijn te downloaden via www.kvlo.nl of www.slo.nl.
Veilig en uitdagend.

Veilig en uitdagend

Overleggen.

Overleggen

Iedereen doet mee.

Iedereen doet mee

Lyceum Sancta Maria (Haarlem).

Foto: Martin Hogeboom