Biografieën

Een centraal opleidingsinstituut

Verdiepingen Biografieën Vensters Pop-ups
    ? * Line 1, Column 1 Syntax error: value, object or array expected. * Line 1, Column 3 Extra non-whitespace after JSON value.
    ? * Line 1, Column 1 Syntax error: value, object or array expected. * Line 1, Column 3 Extra non-whitespace after JSON value.
    ? * Line 1, Column 1 Syntax error: value, object or array expected. * Line 1, Column 3 Extra non-whitespace after JSON value.
    ? * Line 1, Column 1 Syntax error: value, object or array expected. * Line 1, Column 3 Extra non-whitespace after JSON value.
Al in 1883 richtte de vakvereniging, tevergeefs, een verzoek aan de Amsterdamse gemeenteraad om een ‘centrale kweekschool voor gymnastiek onderwijzers’ te mogen starten in Amsterdam. In de jaren daarna werd steeds aandacht besteed werd aan de lichamelijke opvoeding van de jeugd. Ouders toonden interesse, de invloed uit Engeland van de spel- en sportbeweging werd zichtbaar, en eens stijging van de vraag naar onderwijs vroeg om meer vakleerkrachten in het middelbaar onderwijs.

Desondanks bleef het belang van gymnastiek in Nederland bij de overheid onderbelicht en waren de opleidingen amateuristisch en ‘eenmanszaken’. In de ons omringende landen echter, waren de opleidingen tot gymnastiekonderwijzer van staatswege ingericht en behoorde ze tot het hoger onderwijs. Als gevolg van de afwachtende overheid ontstonden in de grote steden diverse pogingen om de kleine particuliere opleidingsinstituten te centraliseren. In Amsterdam gebeurde dat door de Amsterdamsche Gymnastiek Onderwijzers Vereeniging (AGOV). Dat leidde tot de oprichting in 1912 van het Nederlandsch Instituut voor de Lichamelijk Opvoeding (NILO) in Amsterdam. Het NILO wilde tevens gestalte geven aan een nationaal opleidingsinstituut voor de lichamelijke opvoeding op academisch niveau.

Het NILO slaagde daar niet in, mede omdat het NOC rond 1916 ook plannen maakte voor een centraal instituut en daarnaast grote concurrentie kreeg van de in 1925 opgerichte Academie voor Lichamelijke opvoeding te Amsterdam. Deze ALO had een ruimer budget en ondervond in haar academische ambitie steun van diverse gerenommeerde instituties. Wellicht had de ALO-Amsterdam bij de oprichting een ‘verborgen agenda’ en hoopte het op termijn hét landelijk opleidingsinstituut te worden. Ondanks de crisisjaren waren in 1939 echter inmiddels ‘centrale opleidingsinstituten’ zichtbaar in ’s-Gravenhage, Groningen en Tilburg. Maar Van Schagen schreef dat jaar een ingezonden brief naar aanleiding van de in Stockolm gehouden Lingiade. In die brief noemde hij K. Gaulhofer, de rector van ALO in Amsterdam, toen de rector van de ‘Nederlandsche academie voor Lichamelijke Opvoeding’.

Literatuur:
  • Kaandorp, F.L. en Van Tilborg, C.G.A.T. (2015). Het NILO: Nederlandsch Instituut voor Lichamelijke Opvoeding. De Lichamelijke Opvoeding, 103e, nr. 1, p. 34-36; nr.2, p. 44-45; nr. 3, 40-41.
  • Schagen, K.H. (1939). De Lingiade te Stockholm. Een feest ter nagedachtenis van de Zweedschen gymnasiarch Ling. – Treffender demonstraties Olympische Spelen. In: Algemeen handelsblad d.d. 2 augustus 1939.
  • Algemeen handelsblad van 20-02-1916.