Venster

Van beroepsorganisatie naar vakvereniging

De KVLO op de bres voor haar leden en voor de positie van de lichamelijke opvoeding

1983 Verdiepingen Biografieën Vensters Pop-ups
  • Aangesloten bij de FvOv
  • Zaken die landelijk speelden
  • HOS-nota
  • Ronduit slecht met de vakvereniging
  • Breed maatschappelijk draagvlak
  • 1994
De Vereeniging van Onderwijzers in de Gymnastiek kwam aanvankelijk vooral op voor het vak, maar ook voor de vakkennis van de aangesloten leden. Dat kwam door onvrede over de bestaande opleidingen tot gymnastiekonderwijzer en de steeds toenemende eisen die de overheid stelde aan examens en opleidingen. Als gevolg daarvan stonden de bestaande particuliere (vaak eenmans-) opleidingen onder druk. Deze moesten bovendien concurreren met de cursussen aangeboden op Rijkskweekscholen, en kregen ook te maken met de invloed van ‘de Nederlandsche’, Zowel het hoofdbestuur als de besturen van de afdelingen richtten zich in die periode met brieven, adressen en rekwesten tot gemeenten, ministeries en tal van andere instanties. In de 19e eeuw werd het bestuur daarbij voor de theoretisch-wetenschappelijke onderbouwing geadviseerd door medici als Douwe Lubach en Gerard Allebé.

Gelijkberechtiging
Na 1900 werd de organisatie van de vereniging regelmatig aangepast en kwam ook een accent te liggen op gelijkstelling binnen het onderwijs met betrekking tot salaris en rechtspositie. De ‘beroepsvereniging’ kreeg daardoor geleidelijk meer kenmerken van een vakbond. De eerste acties van de vereniging, gericht op salarisverbeteringen en salarisgelijkstelling, dateren dan ook al uit 1916. Later, als gevolg van de teruglopende conjunctuur, verslechterde in de jaren dertig de positie van de vakvereniging, liep het aantal leden sterk terug en verminderde de invloed van de politiek.

Acties en protesten
Gelijkberechtiging en professionele goede lessen bleken niet voldoende om een permanent breed maatschappelijk draagvlak te garanderen. De KVLO moest dan ook regelmatig in actie komen als de lichamelijke opvoeding bij onderwijshervormingen bedreigd werd. Het ging dan onder meer om het aantal lessen, de minimumlessentabel, de gelijkstelling van salarissen, de sportvelden, de zwemlessen en de aanstelling van vakleerkrachten in het basisonderwijs.
In 1983 in 1994 én 2005 werden grote landelijke acties gehouden voor behoud van het vak. In 1983 dreigden zware bezuinigingen voor het onderwijs, voorgesteld door minister W.J. Deetman. Één van de beoogde maatregelen was de ‘gefaseerde afschaffing van het vak LO in het vijfde leerjaar havo, het vijfde en zesde leerjaar vwo en in het mbo’.
De KVLO had begin jaren tachtig ook veel inbreng in het tot stand komen van en de discussie rond de HOS-nota (1985).
Uiteindelijk werd in 1983 gerealiseerd dat de salarissen van vakonderwijzers, werkzaam in het lager onderwijs en in het buitengewoon onderwijs, gelijk werden gesteld met die van de onderwijzers

In 2005 moest de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, M. van der Hoeven, ervan overtuigd worden dat het wettelijk voorgeschreven aantal uren lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs niet mocht verdwijnen De KVLO mobiliseerde - in samenwerking met ALO’s en andere vakorganisaties en contacten - de hele vakwereld om een krachtig protest te laten klinken. Het bleef daarbij niet bij gesprekken, brieven, handtekeningenacties, petities en interviews in de media; de vakwereld demonstreerde tot op het Binnenhof, op 9 maart 1983 en op 14 september 2005.
Als gevolge van deze gebeurtenissen werden de contacten met politieke partijen geïntensiveerd en klonken de standpunten van de KVLO met regelmaat door bij de verschillende begrotingsbehandelingen in de Tweede Kamer. Gelijktijdig was sprake van regelmatig overleg op beleidsniveau met ambtenaren van het ministerie en werden debatten met politici georganiseerd. Zo kon invloed worden uitgeoefend en snel worden gereageerd op naderende voorstellen. Als gevolg daarvan verwierf de KVLO een sterkere positie in de vakbondswereld.

Vanaf de jaren negentig van de twintigste eeuw werd de samenwerking tussen de KVLO, NOC*NSF, de Vereniging van Sport en Gemeenten (VSG) en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) geïntensiveerd en gezamenlijk werd gewezen op het belang van de lichamelijke opvoeding.

De rechtspositie van de leden
De KVLO behartigt de belangen van haar leden zowel op individueel als op collectief niveau. Voor de individuele belangenbehartiging beschikt de KVLO over een gespecialiseerde juridische afdeling. Deze staat klaar voor vragen, om informatie te verstrekken en om bijstand te verlenen op het gebied van arbeid en inkomen. Denk daarbij aan hulp bij conflicten op de werkvloer, ondersteuning bij ontslagprocedures en de informatie bij de totstandkoming en implementatie van een nieuwe cao. Voor het behartigen van de belangen op collectief niveau is de vereniging aangesloten bij de Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv). Via de FvOv onderhandelt de KVLO over de onderwijscao’s. De juridische afdeling van de KVLO is te bereiken via de website, via de e-mail ( juristen@kvlo.nl) en via de telefoon (030 6920847).

Literatuurverwijzingen
  • Kramer. J.P. (1971). De zin van de vakorganisatie. Lichamelijke Opvoeding (59e), p. 859.
  • Lichamelijke Opvoeding (1983), de nummers 3 t/m 5.
  • Lichamelijke Opvoeding (2005), de nummers 6 t/m 11.
  • Kramer, J.P. en Lommen, N. (1987). Geschiedenis van de lichamelijke opvoeding in Nederland. Zeist: Jan Luiting Fonds, p. 201-243.
  • Roelofsen, S. (2020). De gymleraar: vragen en antwoorden over de juridische positie van de leraar lichamelijke opvoeding. Zeist: Jan Luiting Fonds, 100 p.
  • Swijtink, A.H. (1992). In de pas. Sport en lichamelijke opvoeding in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haarlem: De Vrieseborch, 430 p.
  • Tilborg, K. van (2000). Sedimenten van sentimenten. Tilburg: Academie voor Lichamelijke Opvoeding, Deel I, p. 31-34; Deel II, p. 14-16; Deel III, 16-19.
Externe links
  • FvOv (Federatie van Onderwijsvakorganisaties)
  • VO-raad (sectororganisatie voortgezet onderwijs)
  • PO-raad (sectororganisatie voor het primair onderwijs)
Auteur: Maarten Segers en Kees van Tilborg (versies 2012 en 2018)
Redactionele aanpassingen: Frans Kaandorp en Kees van Tilborg (2024)


In het voorjaar 2018 protesteerden 15000 leraren tegen de werkdruk in het onderwijs (Bron: NOS).
De KVLO gebruikte deze spotprent voor haar acties in 1983.

Spotprent van Dick Bruynesteyn

‘Adres' van de AGOV (Correspondentieblad: 1903, p.36).

‘Adres' van de AGOV (1903)

Buttons bij de grote landelijke actie in 2005.

Buttons bij de grote landelijke actie in 2005

Protest van ALO-studenten op het Binnenhof (1983) .

Protest van ALO-studenten op het Binnenhof (1983)

Minister W.J. Deetman.

Minister W.J. Deetman

Werken aan kwaliteit, omvang en positie van het vak en belangen van leden (foto: Maja Bredschneyder).

Werken aan de belangen van het vak en de leden

De KVLO is aangesloten bij de Federatie van Onderwijsvakorganisaties.

De KVLO is aangesloten bij de FvOv

De KVLO, de FvOv en ook ‘de luizenmoeder’ waren in 2017 ‘present’.

Acties voor betere arbeidsvoorwaarden in het PO