De eerste gymzalen waren 10x7x3.85 meter met een vloer van dennenplanken, wat onhygiënisch was en vezelde. Een inspecteur van geneeskundig staatstoezicht adviseerde in 1903 een dergelijk lokaal te vervangen door een beter en ruimer gebouw (Graafland, 1937, p. 95-96). Tot 1960 hadden gymzalen afmetingen van 140 tot 162 m² (9x18). De ondergrens van 140 m² wordt in 2012 nog steeds als gebruiksnorm gehanteerd en deze oude zalen komen in de grote steden nog steeds voor. Vanaf 1960 worden gymzalen gebouwd van 252 m² (12x21x5). In 1985 werd dit verplicht via het Bouwbesluit en tot op heden (2012) is dit conform de verordening op onderwijshuisvesting van de VNG nog steeds de stichtingsnorm. De KVLO adviseert op onderwijsinhoudelijke gronden in 2005 minimaal 308 m² (14x22x5.5) en voor VO-scholen een combinatie van enkele en dubbele zalen met scheidingswand (22x28x7).
Er zijn diverse publicaties geweest over de bouw van accommodaties voor lichamelijke opvoeding: Scharroo en Wils (1925). Gebouwen en terreinen voor gymnastiek, spel en sport: Wils, Gaulhofer en Van Schagen
(1941). De gymnastiekzaal en de oefenplaats voor scholen; OCW (1960). Richtlijnen voor de bouw van en inrichting van gymnastieklokalen en de aanleg van oefenplaatsen en speelterreinen: ICS (1969). De accommodatie voor het onderwijs in de lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs: O&W (1982). De bouw van gedifferentieerde ruimten voor LO in het VO: KVLO (1982). Richtlijnen voor klimaateisen van accommodaties voor LO: KVLO (2005). Normen gymnastieklokalen en sportzalen/delen van sporthallen met schoolgebruik.
Vanaf 2000 worden er steeds vaker grotere gymzalen, sportzalen en sporthallen gebouwd, mede met het oog op multifunctioneel gebruik. Niet altijd naar ieders tevredenheid omdat multifunctionaliteit ook grenzen en beperkingen heeft. De normen en behoeften voor sportgebruik en onderwijsgebruik (denk aan: zwaaien op 7 meter, akoestiek, belijning, daglichttoetreding, gladde wanden met verzonken of ophijsbare attributen, scheidingswanden) kunnen verschillen. Ook de afstandscriteria hebben veel discussie opgeleverd. Zo wordt in 1982 nog gesproken over een afstand van maximaal 5 minuten gaand van de school en veilig over de weg (BO). Dit werd getoetst door de rijksinspectie. In de modelverordening van de VNG (1997) is de afstand genormeerd naar een straal van 1 km (BO) en 2 km (VO), maar de looptijd kon aanzienlijk langer zijn. Anno 2018 dient deze norm als voorbeeld en kunnen gemeenten de afstandscriteria zelf bepalen . Meer gymzalen komen op afstand van de school te liggen hetgeen verlies aan onderwijstijd betekent en blokuren tot gevolg heeft. De KVLO publiceerde meerdere malen over misstanden en verbeterpunten waaronder diverse 'Zwartboeken Huisvesting'.