‘Overbruggings HBS’
De ‘Overbruggings HBS’ werd in de volksmond ‘Indische HBS’ genoemd en was bedoeld voor kinderen met een onderwijsachterstand. Deze achterstand was ontstaan omdat deze kinderen gedurende een lange periode in een interneringskamp hadden gezeten in het toenmalige Nederlands Indië. Ook de kinderen buiten de kampen werden uitgesloten van onderwijs.
Na de capitulatie van Nederlands-Indië in maart 1942 sloten de Japanners per direct alle scholen waar Nederlands werd onderwezen. Ze deden dat om het ‘Nederlandse element’ uit de Indonesische maatschappij te verwijderen. Vrij kort daarna werd één derde van de circa 300.000 Nederlanders en Indische Nederlanders in kampen opgesloten. De meerderheid, meestal Indische Nederlanders, moest als ‘buitenkamper’ zien te overleven in een maatschappij waar een baan vaak onmogelijk was, waar banken werden gesloten etc.
Na de Japanse capitulatie in augustus 1945 werden in de periode 1946-1958 de Nederlanders, Indische Nederlanders, Molukkers en anderen naar Nederland gerepatrieerd. Velen van hen, met name de Indische-Nederlanders, hadden Nederland nog nooit gezien.
Vanaf 1946 hebben circa 1200 leerlingen geprobeerd in korte tijd alle onderwijshiaten, die zij gedurende de bijna vier jaar oorlog hadden opgelopen, weg te werken. Op deze wijze kon de 5-jarige HBS met dubbele snelheid worden doorlopen. De Overbruggings-HBS was ondergebracht in verschillende gebouwen in Scheveningen en werd in 1950 gesloten.
VODO-sc
Rien Zimmermann was gymnastiekleraar aan de Overbruggings-HBS in Den Haag en sportte (veldhandbal en voetbal) met zijn leerlingen op het strand. Hij startte buiten de lessen om met een turngroepje. Weldra werd ook het ‘nieuwe’ spel softbal geïntroduceerd. Dat gebeurde op een knollenveld en uiteraard op blote voeten: de tropen zaten immers nog in de genen. Voor zwemmen werd het bad aan de Mauritskade gebruikt.
Toen Zimmermann in 1948 de school verliet om naar Indië terug te keren, werd besloten alle sportieve activiteiten te bundelen. Daartoe werd op 26 september 1948 een nieuwe buitenschoolse sportvereniging opgericht: VODO-sc (Voor Overbruggers Door Overbruggers – sport club). Iedereen kon van deze club lid worden, ook jongens en meisjes die geen leerling waren van de Overbruggings-HBS. De sportclub bleef bestaan toen de Overbruggings-HBS werd gesloten.
VODO-sc kende bij de start verschillende afdelingen zoals softbal, turnen en zwemmen. Begin jaren vijftig werden daar handbal en basketbal aan toegevoegd en begin jaren zestig volgden tennis en volleybal. Het turnen vond plaats op doordeweekse avonden maar de meeste sportactiviteiten vonden plaats in het weekend, zeker als deelgenomen werd aan de competitie zoals bij veldhandbal.
De animo van de Vodo-ers bij de onderlinge zwemwedstrijden was zelfs zo groot dat de directie van het zwembad besloot de helft van de huur van het bad te restitueren. Daarvan kon dan weer goedkoop ‘dump’ softbal materiaal worden aangeschaft.
Als gevolg van het tijdeigen en het verloop van de tijd werd de belangstelling voor bepaalde afdelingen van VODO-sc minder en uiteindelijk is de vereniging begin jaren zeventig opgehouden te bestaan.
Rien Zimmermann werd in 1946 bij zijn gymnastiek- en sportlessen bijgestaan door collega Piet Alkema. De groepen met oudere leerlingen (bovenbouw) kregen meestal les van Zimmermann en Alkema nam overwegend de groepen met jongere kinderen (onderbouw). Ook Alkema gaf in de naschoolse tijd en in het weekend belangeloos les. Hij was betrokken bij de oprichting van VODO-sc omdat hij, gezien de aanhankelijkheid van de Overbruggers onder elkaar, overtuigd was van het feit dat de vereniging in een behoefte zou voorzien.
Voor de lessen LO werd een vaardigheidsdiploma ontwikkeld bestaande uit 111 eisen op het gebied van turnen, atletiek, zwemmen en spel. Het vaardigheidsdiploma was niet gebaseerd op specialisaties maar opgebouwd uit algemene vaardigheden. Het gaf uitdrukking aan het doel: met plezier werken aan de lichamelijke ontwikkeling. Aan de vaardigheidseisen moest binnen een jaar worden voldaan en Alkema vond dat turnen de beste basis was om het diploma te behalen.
In de zomervakantie van 1949 organiseerden Piet Alkema en Gerard Wolterbeek - de opvolger van Rien Zimmermann - een fietstocht van drie weken. Met twintig jongens fietsten zij ‘tegen de klok in’ van Den Haag naar Vlieland en terug. De VODO-ers waren in het algemeen blijkbaar voor alle sportieve activiteiten te motiveren. Verschillende VODO-ers hebben na hun afstuderen zelfs voor een sportieve beroepsopleiding gekozen en de ALO in Den Haag of Amsterdam afgerond.
Bron: Henk Itzig Heine en Rob van der Ploeg (‘Overbruggers’ en ‘VODO-leerlingen’).