Dick Schmüll was voor het basketbal in Nederland veel meer dan de eerste bondscoach en een gedreven en bekwaam bestuurder. Zijn nooit aflatend enthousiasme en het initiëren van vele activiteiten waren voor een groot deel bepalend voor de popularisering en verspreiding van basketbal in de jaren dertig en veertig in Nederland. Een aantal voorbeelden daarvan zijn:
Al in 1930 werd de A.M.V.J. Basketball-club opgericht met Schmüll als trainer. Hij was toen nog bezig aan zijn studie in Amsterdam tot leraar lichamelijke opvoeding.
Als trainer van de A.M.V.J. Basketball-club was Schmüll aanwezig en/of betrokken bij de organisatie van internationale wedstrijden en toernooien die vanuit de AMVJ, onder leiding van H.Th. Rooswinkel, werden georganiseerd.
Het eerste initiatief was een wedstrijd (27-10-1930) in het AMVJ-gebouw tegen Central YMCA (Centymca) uit Londen, het YMCA-team van Lew Lake. Deze wedstrijd werd een jaar later op 18 april 1931 herhaald. In hetzelfde jaar 1931 ging AMVJ ook voor enkele oefenwedstrijden naar Engeland.
Op 11 februari 1931 vond in de grote zaal van het AMVJ-gebouw een eerste toernooitje plaats met twee teams van AMVJ en de teams van Deska (D.S.K.: Door Samenspel Kracht) en K.V.D. (Korfbalvereniging Vijfde Driejarige: de schoolclub van de oorspronkelijke vijfde hbs met 3-jarige cursus in Amsterdam);
Een jaar later traden dezelfde teams nog een keer op, aangevuld met een team van korfballers uitkomend in de eerste klasse. In de ‘korfbalfinale’ won het team van de spelers uit de 1e klasse met 22-8 van K.V.D. Rooswinkel reikte de prijzen uit en de opbrengst kwam ‘ten bate van de A.M.V.J.- werkloozen-arbeid’.
Op 26 en 28 maart 1932 vond, wederom in het AMVJ-gebouw, een heus internationaal toernooi plaats met deelname van AMVJ, een team van Nederlandse korfballers uit de eerste klasse, Brussels A.C. (Brussels Athletic Club was de kampioen van België), L'Olympique Lillois uit Rijsel (Frankrijk), en Centymca uit Londen (de kampioen van Engeland) met Lew Lake als captain. In de finale was L’Olympique Lillois te sterk voor Centymca (26-23).
In zomer van 1932 studeerde Schmüll af als leraar lichamelijke opvoeding en trad hij onmiddellijk in dienst als assistent-sportleider bij de AMVJ. In deze functie zette hij zich in, als assistent van Rooswinkel, om de basketbalsport verder te populariseren. Hij deed dat door het organiseren van propaganda-wedstrijden, mini-toernooien, onderlinge wedstrijden, sportevenementen en andere activiteiten. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
Van 1930-1942 was Schmüll trainer van een keurploeg vrije oefeningen (dames en heren) en grondacrobatiek (heren en jongens). Met deze ploeg gaf hij regelmatig demonstraties. Zo ook op 24 februari 1933 tijdens een demonstratieavond in het AMVJ-gebouw. Op die avond vond ook de eerste basketbalwedstrijd voor dames plaats.
Het verblijf in Nederland van een groep studenten van de universiteit van Utah was aanleiding voor de AMVJ om op 20 april 1936 wederom een internationaal toernooi te organiseren. Naast het basketbalteam van Utah en twee teams van AMVJ deden ook een team mee van korfballers uit de eerste klasse, een team van Brussels AC en een team van K.V.D.
Op 7 mei 1930 vond de eerste ‘indoor-athletiekwedstrijd’ van Nederland plaats. In de AMVJ-zaal waren verhoogde bochten aangebracht. De deelnemers kwamen van de atletiekclub van de AMVJ en van de drie toenmalige Amsterdamse opleidingsinstituten voor leraren lichamelijke opvoeding: SCALO (Sport Club van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding); NILOC (de sportclub van het Nederlands Instituut voor Lichamelijke Opvoeding: NILO); Gymkhana de sportclub van het Amsterdams Instituut voor Lichamelijke Ontwikkeling (AILO). Dick Schmüll was één van de deelnemers namens AMVJ en won, terwijl hij eigenlijk meer een loper van de middenafstand was, de 200m (29,2 sec.).
Vervolgens vonden begin jaren dertig regelmatiger onderlinge wedstrijden plaats tussen studenten(verenigingen) lichamelijke opvoeding van opleidingsinstituten. Naast de drie genoemde Amsterdamse instituten deden teams mee van de opleidingen uit Deventer, Utrecht, Leeuwarden, Den Haag en Groningen. AMVJ was bij deze wedstrijden niet vertegenwoordigd maar Schmüll volgde wel de ontwikkelingen op de instituten en organiseerde vanaf eind jaren dertig een driekamp tussen AMVJ en de sportclubs Gymkhana en SCALO, de sportclubs van de twee toen bestaande Amsterdamse instituten (het NILO was in 1935 opgeheven maar de sportclub NILOC zou nog een aantal jaren blijven bestaan). Tijdens deze driekampen plande Schmüll demonstraties van basketbal en volleybal.
In 1937 werd Schmüll benoemd als algemeen sportleider van de AMVJ en ging hij onverdroten door met het verspreiden en populariseren van basketbal:
Hij introduceerde en promootte basketbal als zaalspel voor de middelbare scholen in Amsterdam;
Schmüll wilde een einde maken aan de kleinschaligheid van onderlinge wedstrijden, kleine toernooitjes en minicompetities in Amsterdam en omgeving. Daarom richtte hij namens de AMVJ, samen met enkele andere clubs, op 9 november 1938 de Amsterdamsche Basketball Commissie (ABC) op. Onder zijn leiding startte deze commissie eind 1938 de eerste competitie onder auspiciën van de AMVJ. Het eerste speelseizoen werd afgesloten met een groot sportfeest op 25 maart 1938 in de Apollohal in Amsterdam;
In 1945 zette Schmüll de ABC om in de Amsterdamse Basketball Bond (ABB). De commissie werd daarmee een heuse bond en Schmüll werd zelf de eerste voorzitter van de ABB;
De ABB hield na WOII op 18 juni 1946 haar 1e jaarvergadering. Toen Schmüll een jaar later de NBB oprichtte, bleef de ABB bestaan en groeide explosief tot 4000 leden in 1953, waaronder 1800 jeugdleden. De ABB werd op enig moment een district binnen de NBB.
In 1948 organiseerde Schmüll, samen met Joop van Driel, vanuit AMVJ-basketball een toernooi ter opening van het seizoen. Het toernooi werd genoemd naar de hierboven vermelde Lew Lake en de teams speelden om de ‘Lew Lake Cup’. Het toernooi werd zeer populair en zou 25 jaar de opening van het basketbalseizoen inluiden.
Het FAMOS-driehoekstoernooi.
De Federatie van Amsterdamsche Middelbare scholen voor Ontspanning en Sport (FAMOS) werd op 1 juni 1926 opgericht. Het was een zelfstandige organisatie maar stond, als jeugdvereniging, onder auspiciën van de AMVJ. Daarom was H.Th. Rooswinkel, hoofd van de afdeling lichamelijke opvoeding en sport van de AMVJ, ook algemeen leider van FAMOS.
FAMOS organiseerde tijdens de paasvakantie atletiekdagen en een hockeytoernooi, zomer(sport)feesten, en de ‘Amsterdamsche sportweek’. Bij deze laatste activiteit trad Schmüll voor het eerst op in mei 1932. Zijn demonstratie ‘ Grondslagen der lichamelijke oefeningen’ waren het ‘glanspunt van den avond’.
Aan de activiteiten van FAMOS voegde Schmüll in 1937 het FAMOS-driehoekstoernooi toe, en nam basketbal en volleybal op in het programma. Driehoekstoernooien waren in die tijd bekend in de wereld van golf, cricket en tennis en stonden voor (vaak internationale) ontmoetingen tussen drie teams. Schmüll gaf de naam een extra dimensie door zowel de naam als de inhoud van het toernooi, te verbinden met het toenmalige driehoekige YMCA- logo waarvan de drie zijden stonden voor ‘sport, mind, soul’ (sport, geest en karakter).
Het FAMOS-driehoekstoernooi was een sportieve en culturele ontmoeting van middelbare scholen dat al snel uitgroeide tot een groot (sport)evenement waar alle Amsterdamse middelbare scholen aan meededen. Het waren een soort Olympische Spelen zoals die in de oudheid plaats vonden met sportieve (gymnastiek, zwemmen, volleybal, basket) en muzische/culturele disciplines (voordracht, piano, viool, schaken, welsprekendheid/declamatie en het maken van een opstel). Tijdens de kerstvakantie van 1956-1957 vond het 19e en laatste FAMOS-toernooi plaats. Een groep jeugd zorgde toen voor ernstige ordeverstoringen op straat waardoor de politie moest ingrijpen. De AMVJ vond het gebeurde een aantasting van de goede naam van FAMOS en schafte het jaarlijkse toernooi af.
Andere aan basketbal gerelateerde functies en activiteiten van Schmüll:
Trainer coach 1953-1955 van de Nederlandse Militaire Basketbalploeg;
Technisch gedelegeerde bij vier Europese Basketbalkampioenschappen en bij het basketbaltoernooi van de Olympische Spelen in Londen (1948), Helsinki (1952) en Rome (1960);
Speler-coach bij het basketbalteam van Nyenrode (1954-1955) en trainer coach van het studententeam van de Universiteit Utrecht (1954-1955).