De Wereld Gymnastrada is een uniek groots sportevenement. Vanaf de 1e Gymnastrada in 1953 komen eens in de vier jaar duizenden sporters (jong en oud, topsporters en recreatiesporters) uit heel de wereld bijeen. Niet om via onderlinge wedstrijden voor een podiumplek te strijden, maar enkel om via demonstraties hun passie voor gymnastiek, dans of turnen te delen, en om elkaar te ontmoeten.
Door de KNGU en in turnliteratuur wordt J.H. Sommer (Joop) algemeen beschouwd als de grondlegger van de Gymnastrada. Ook in de licentiaatsverhandeling van Greta Van Overberghe (Leuven 1988) over het ontstaan van de Gymnastrada werd hoofdzakelijk gebruik gemaakt van door J. Sommer aan de KNGU geschonken documenten. Maar directe nabestaanden van Van der Most-Leijerweert in de eerste en tweede lijn gaven vol overtuiging, en met inmiddels nagenoeg "genetisch vastgelegde" verontwaardiging, aan dat Van der Most-Leijerweert zich door het toenmalige KNGV zeer miskend voelde in de bijdrage die zij had geleverd in het initiatief en de realisatie van de eerste Gymnastrada. Zij was bijzonder teleurgesteld dat voor haar geesteskind de meeste, zo niet alle eer, naar Joop Sommer was gegaan.
Voor de ideevorming en de aanzet tot realisatie van de eerste Gymnastrada (aanvankelijk Gymnaestrada) moeten echter veel credits worden toegekend aan Jeanne Van der Most-Leijerweert. Daar zijn diverse aanwijzingen voor, die hebben geleid tot een reconstructie.
Aanwijzingen
- Eind jaren veertig en begin jaren vijftig van de vorige eeuw was Van der Most-Leijerweert onmiskenbaar hét gezicht van het KNGV. Zij was de leidster van vele grote, massale oefeningen/demonstraties en zij had de grootste landelijke bekendheid. Zo was zij op vrijdag 5 oktober 1951, samen met de legendarische Fanny Blankers-Koen, Piet Kraak (de toen populaire doelman van het nationale voetbalteam) en een 5-tal dames van Aspasia, te zien en te horen tijdens de eerste televisie-uitzending van de AVRO.
- Directe aanleiding voor de Gymnastrada was het succes van de tweede Lingiade in Stockholm van 27 juli tot 6 augustus 1949. Daar trad Van der Most-Leijerweert met haar keurgroep van Aspasia, namens het KNGV, als leidster van de enige Nederlandse damesploeg vier keer op met een demonstratie ritmische gymnastiek. Ze ontving daarvoor, als enige Nederlandse vrouw, in 1951 de Lingmedaille.
- In Het Turnblad van 1950 schrijven KNGV-voorzitter Jan de Jong en Joop Sommer over het besluit voor de eerste F.I.G.-demonstraties en de daar aan ten grondslag liggende gedachten. In de artikelen wordt gesproken over "een Nederlands voorstel" zonder dat daar personen aan worden gekoppeld.
- In De Volkskrant van 30 mei 1951 staat over het tot stand komen van de Gymnastrada, toen nog Internationale Turndemonstratie genoemd: Het congres van de Internationale Gymnastiekfederatie heeft het door Nederland ingediende voorstel om een grote internationale turndemonstratie in Nederland te houden, goedgekeurd. Deze demonstratie zal omstreeks Pinksteren 1953 te Rotterdam worden gehouden, vermoedelijk in het Sparta-stadion. Nederland wordt op dit congres vertegenwoordigd door de heer J. H. F.Sommer, technisch lid en mevr. J. v. d.Most-Leyerweert, lid van het bestuur van het K.N.G.V.
- In de inleiding van het herdenkingsalbum van de 1e Gymnastrada wordt over het ontstaan van de Gymnastrada gesproken over "het Nederlandse initiatief". Daarbij worden geen namen genoemd. In het voorwoord van hetzelfde herdenkingsalbum spreekt de president (graaf Goblet d"Alviella) van de Fédération Internationale de Gymnastique (F.I.G.), naast het toevertrouwen van de Gymnastrada aan het organiserend comité, zijn erkentelijkheid uit voor de "créateurs de la manifestation de Rotterdam". "Créateurs" is niet hetzelfde als"organisateurs" en duidt bovendien op meerdere personen. Graaf Goblet d"Alviella was bovendien voorzitter van de Koninklijke Belgische Turnbond en kende Van der Most-Leyerweert zeer goed. Ze ontmoetten elkaar onder meer bij haar optreden met Aspasia op 8 juli 1950 tijdens het Groot Gala Turnfeest in Gent dat was georganiseerd tijdens het 1ste Leerlingenbondsfeest gehouden op 8, 9, 10 juli 1950 bij het 85-jarig bestaan van de Koninklijke Belgische Turnbond en het 50-jarig bestaan van het Gents Turnverbond.
- Jen Vlietstra was ten tijde van het ontstaan van de Gymnastrada een gerenomeerd sportredacteur van Het vrije Volk. Onder het pseudoniem Zamora (naar de toen wereldberoemde doelman Ricardo Zamora) schreef hij op 3-3-1954, een klein jaar na de Gymnastrada, in een van zijn "Sportkiekjes" over Van der Most-Leijerweert: 'Zij werd in Nederland - en misschien wel in heel de wereld - de grootste deskundige op het gebied van het moderne dames-turnen …".
- Prof. dr. Klaas Rijsdorp schreef in 1976 in De Lichamelijke opvoeding over de Gymnastrada en Van der Most-Leijerweert: '... De Gymnastrada heeft aan haar en haar werk, zowel als instituut als ook naar de kwaliteit van de programma's, in aanloop en in jarenlange voortzetting heel veel te danken'.
- Sommer en Van der Most-Leijerweert zaten beiden in het technische bondsbestuur. Maar ook daarbuiten werkten zij regelmatig samen. Van der Most-Leijerweert werd zeer vaak gevraagd met Aspasia op te treden. Dat gebeurde binnen het KNGV met optredens tijdens Bondsfeesten en Jubelfeesten. Maar ook bij externe activiteiten trokken het KNGV en Van der Most/Aspasia samen op. Dat gebeurde onder andere bij de uitvoering van massale oefeningen, zoals bij het Vredesfeest in 1946. Sommer en Van der Most-Leijerweert zaten ook samen in de Technische Feestleiding van het Jubelfeest dat werd gehouden met het 80 jarig bestaan van het KNGV in 1948. Sommer was de hoofdleider en van der Most was de enige vrouw naast acht heren.
Ook internationaal trokken Van der Most en Sommer vaak samen op. Na de bevrijding in 1945 wilde Sommer de internationale contacten van het KNGV nieuw leven inblazen en Van der Most-Leijerweert had met haar vaktechnische, artistieke en creatieve gaven inmiddels een reputatie opgebouwd in heel Europa. Zodoende maakten ze in 1947 beiden deel uit van de groep die een tournee door België maakte. De inhoudelijke bijdragen kwamen van de "puikturnsters" onder leiding van Kurt Meyer en Van der Most/Aspasia. Sommer liet zelfs een stempel maken om uitgaande brieven en briefkaarten te markeren. Op de stempel stond Keurturnsters K N.G.V. “Aspasia” en Tournee BELGIË 1947 (KVLO-archief: AS 16).
De taken van het duo Sommer en Van der Most-Leijerweert waren bij de meeste van dit soort gezamenlijke activiteiten duidelijk verdeeld. Sommer had veel bestuurlijke en organisatorische ervaring en vertegenwoordigde het KNGV als voorzitter van het Technische Bondsbestuur. Hij had bij activiteiten vaak de algemene leiding en was als het ware een soort chef de mission van de groep. Van der Most-Leijerweert was de persoon die inhoudelijk verantwoordelijk was en met haar succesvolle optredens met Aspasia was zij in die periode jarenlang het uithangbord van het KNGV wat betreft de vrouwengymnastiek. Van der Most-Leijerweert en Aspasia werden vaak uitgenodigd maar formeel gebeurde de optredens onder de vlag van het KNGV.
- Rondom de selectiewedstrijd voor deelname aan de Gymnastrada ontstond wrijving tussen Aspasia en het KNGV. Aspasia schreef ruimschoots op tijd in voor de selectie maar buiten de vereniging ging het verhaal de ronde dat te laat was ingeschreven. In werkelijkheid vond Aspasia de voorbereidingstijd voor de selectiewedstrijd te kort en verzocht om uitstel. Het KNGV was het eens met de korte voorbereidingstijd maar handhaafde de selectiedatum. Aspasia vroeg toen om een latere selectie voor Aspasia op basis van een reeks ononderbroken kampioenschappen van 1935 tot 1953, "de vele tournée"s in Nederland en het buitenland, de vele studiedagen van het KNGV, waarop mevr. Van der Most haar geweldige vakkennis en kunde … had doen blijken". Het bondbestuur bleef echter bij haar besluit, volgens Aspasia "door de mening van één man". Na de selectie werd van alle deelnemende damesploegen slechts één vereniging geselecteerd terwijl twee ploegen zouden mogen deelnemen aan de Gymnastrada. Aspasia vroeg om de vacante plaats maar kreeg die niet omdat niet was meegedaan aan de selectie. Toen wederom door Aspasia kampioenschappen werden behaald (bal en hoepel) ontving Aspasia van het KNGV een uitnodiging om 10 minuten op de Gymnastrada op te treden terwijl het anders, als Aspasia geselecteerd zou zijn, twee maal dertig minuten was geweest. Volgens Aspasia lag de schuld van alles bij "het beleid van het K.N.G.V.-bestuur als geheel, met koppige nijd door een man zo gestuwd" (KVLO-archief: AS 54).
Ook de pers had lucht gekregen van de ontstane animositeit tussen Van der Most-Leijerweert en het KNGV. Dat blijkt uit artikelen in kranten: "Het is met Aspasia en de Gymnastrada niet alles even vlot verlopen en het leek wel, alsof de dames van mw. V.d. Most eens even een kleine revanche wilden nemen" (KVLO-archief: G 1, p. 11) en "Op de Gymnastrada heeft zij haar werk – na veel geharrewar – slechts in het kort kunnen demonstreren" (KVLO-archief: G 1, p. 20). Een kleine 500 dames voerden tijdens de slotdag onder leiding van Van der Most-Leijerweert met groot succes nog de knotsoefening uit die gepresenteerd was tijdens het laatste Bondsfeest.
- De belangstelling voor de tweede Gymnastrada in 1957 in Zagreb (Joegoslavië) was groot en enkele verenigingen namen het initiatief op eigen gelegenheid te gaan. Mede als gevolg van de selectieperikelen voor de eerste gymnastrada stelde het KNGV haar beleid bij en Sommer schiep namens het KNGV duidelijkheid (Het Turnblad, 34e. No. 8). Hij stelde dat Nederland, Rotterdam en het KNGV verantwoordelijk waren voor het succes van de 1e Gymnastrada. Het KNGV zou bij de 2e Gymnastrada vanuit het reglement regelend en organiserend optreden. Nu reeds zij meegedeeld dat het in het voornemen ligt, die verenigingen die lust gevoelen en er, gymnastisch gesproken de kwaliteit toe bezitten, … tot een selectie zullen worden uitgenodigd. Het is duidelijk dat het KNGV de teugels in handen nam en de Rotterdamse Turnbond, de vereniging Aspasia en Van der Most-Leijerweert wat vrijheden van de 1e Gymnastada willen ontnemen.
Reconstructie
Sommer en Van der Most-Leijerweert waren zo vaak samen op pad en zo aan elkaar verbonden, dat het niet anders kan dan dat zij veel zaken samen bespraken. Het beste bewijs daarvan werd geschetst door de elders genoemde Kurt Meyer in zijn verslag van de tweede Lingiade in 1949 (KVLO-archief: LI ). Over het intiatief voor deelname schreef hij
"Het was op 1 augustus 1948, dat twee Technische `Bondsbestuurderen, de Heer J.H.F. Sommer en Mevrouw J.v.d.Most-Leyerweert op een bank voor het verenigingsgebouw van Ajax te Amsterdam zaten te praten over vele K.N.G.V.problemen en tevens belangrijke evenementen in de Internationale turnwereld bespraken. En het was daar, dat beiden als uit één mond zeiden: Lingiade, Stockholm; 1949, daar moeten wij heen! De gedachte was geboren, zou deze gedachte kunnen uitgroeien tot werkelijke deelname?
Sommer was lovend over de prestaties van Van der Most tijdens de 2e Lingiade in Stockholm (
Het Turnblad, 28e, Nr. 17, 18 augustus, p. 145.). Naar aanleiding van het succes van de tweede Lingiade in 1949 kan het niet anders dat Sommer en Van der Most-Leijerweert het idee besproken hebben om, in de geest van de Lingiade en naast de internationale wedstrijden van de F.I.G. en naast de Olympische Spelen, internationale gymnastiekdemonstraties te organiseren. Het wedstrijdelement zou daarbij afwezig zijn omdat het moest gaan om de inhoud en vormgeving van de optredens, om het uitwisseling (ervaringen, leermethodes etc.) en om het elkaar ontmoeten.
Als lid van de Technische Commissie van de dames van de F.I.G. was Van der Most-Leijerweert echter niet in de gelegenheid om bestuurlijk grote invloed uit te oefenen in de F.I.G. en het KNGV, toen twee door mannen gedomineerde bolwerken. Joop Sommer was, als voorzitter van het Technisch Bondsbestuur van het KNGV en vanaf 1948 één van de vice-voorzitters van de F.I.G., wel in de gelegenheid voorstellen in te dienen en zijn bestuurlijke invloed aan te wenden.
Met de kennis, ervaring en bekendheid van Van der Most-Leijerweert hebben Sommer en Van der Most-Leijerweert hoogstwaarschijnlijk samen gewerkt aan de inhoud van een voorstel (opzet, aanmelding, mogelijke deelnemers, opening en sluiting, toewijzing etc.) voor het KNGV. Toen dat voorstel de steun kreeg van het bondsbestuur van het KNGV kwam het buiten het gezichtsveld en de invloedsfeer van Van der Most-Leijerweert te liggen. Het was een zaak van het bondsbestuur geworden en die legde het idee voor aan de technische commissie (van de heren) tijdens de F.I.G.-conferentie in Bazel in 1951. Na een gezamenlijke zitting van de technische commissie van de dames (aanwezig Van der Most-Leijerweert) en die van de heren (aanwezig Sommer en De Jong) werd het voorstel overgedragen aan de Algemene Vergadering van de F.I.G. Daar werd het voorstel met algemene stemmen aangenomen en werd besloten dat de zogenaamde "Démonstrations Internationales" in 1953 voor de eerste keer zouden worden gehouden. Joegoslavië wilde de wedstrijden wel in Belgrado organiseren, maar trok zich terug toen Nederland aangaf het evenement voor de eerste keer te willen organiseren (
Het Turnblad, 1950, 29e, nr. 17, p. 155; nr. 19, p. 171). Dat was de basis voor wat in 1953 in Rotterdam de Gymnaestrada zou gaan heten.