Venster

Noorthey

Ruim voor 1879 werden in Nederland al voorlopers van de moderne sporten beoefend. Dit gebeurde op een aantal kostscholen in Nederland, waar de zonen van de elite onderricht kregen ter voorbereiding op hun vooraanstaande rol in de samenleving. Bijvoorbeeld op de Fransche school in Brummen waar Pim Mulier op school zat, maar ook, en in het bijzonder, op de in 1820 opgerichte kostschool Instituut Noorthey in Zuid-Holland in Veur (ongeveer waar nu Leidschendam ligt).1

De oprichter en geestelijke vader van Noorthey, de onderwijzer en pedagoog Peter de Raadt (1796-1862), had zich in binnen- en buitenland breed georiënteerd op onderwijzen en pedagogiek. De Raadt richtte zijn particuliere elitekostschool in volgens de ideeën die hij op deze reizen o.a. naar Engeland, Duitsland en Zwitserland had opgedaan. Daarin was veel ruimte voor ontspanning, fysieke activiteiten en lichamelijke oefeningen. Op Noorthey werden de leerlingen naast het regulier rooster gestimuleerd om veel te bewegen.2
In verband met de opkomende handelscontacten werden ook de moderne vreemde talen daar onderwezen Dit onderwijs in die talen werd bij voorkeur gegeven door native speakers. Zoals gezegd kwamen de leerlingen van Noorthey voornamelijk uit de ‘aanzienlijke stand’, de Nederlandse adel en het patriciaat en welgestelde handelaren en fabrikanten, maar ook waren er internationale leerlingen, bijvoorbeeld kinderen van Engelse ingenieurs, handelaren of fabrikanten.
Op Noorthey was er vanaf het midden van de negentiende eeuw aandacht voor de vanuit Engeland geïntroduceerde sporten cricket, hockey, lawntennis en voetbal. In 1845 werd op initiatief van de Engelse docent Frederick Martin Cowan en een drietal Engelse leerlingen - de gebroeders Smith - voor het eerst cricket, gespeeld. Maar ook gandi (hockey) en rounders (vergelijkbaar met wat wij kennen als kasti) werden vanaf 1845 beoefend. Op initiatief van de Engelse docent Henry Atwell werd in 1854 voetbal geïntroduceerd en voor het eerst gespeeld op Noorthey. Er waren nog geen spelregels voor deze vorm van voetbal. Deze ‘Engelse’ spelen werden beoefend naast al die andere vormen van lichaamsbeweging die de schoolleiding op Noorthey stimuleerde. Het spelen van hockey, cricket en voetbal gebeurde nog niet regelmatig, het stond niet op het rooster, maar het gebeurde vrijwillig, op eigen initiatief, al naar gelang de interesse van bepaalde – Engelse – docenten en leerlingen maar het gebeurde wel en men was er enthousiast voor.
Door oud-leerlingen van elitekostscholen, met name vanuit Noorthey, werden deze sporten in de tweede helft van de negentiende eeuw uitgedragen en beoefend, op de universiteiten en in die plaatsen waar die oud–leerlingen zich vestigden. Velen van hen waren betrokken bij het organiseren van wedstrijden en het oprichten van de eerste sportclubs, waaraan vooral de kinderen van de elite (de ‘nietsdoende klasse’) deelnamen.3 Zij hadden immers de tijd en het geld hiervoor. In Amsterdam, Deventer, Rotterdam en Haarlem werden vanaf ca.1880 voetbalclubs en cricketclubs opgericht, waarbij HFC als de eerste wordt beschouwd.

1. Dit toont Jan Luitzen overtuigend aan in zijn proefschrift: ‘Engelsch moest het zijn’. Een cultuurhistorische analyse van de introductie van cricket, voetbal en lawntennis in Nederland en de rol daarbij van jongenskostschool Noorthey en haar alumni, 1820-1886’. Hierop promoveerde hij op 23 november 2020 aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
2. O.a. schermen, mastklimmen, hoepelen, steltlopen, wandelen, tuinieren, hardlopen, knikkeren etc. konden de leerlingen tussen of na de lessen beoefenen op een groot natuurlijk terrein bij de school.
3. In zijn boek : ’The theory of the leisure class: an economic study of institutions’ (1899), beschrijft Thorstein Veblen als eerste deze elite in de Angelsaksische landen en de manier waarop zij haar vrije tijd ging invullen waarbij o.a. het sporten populair was.

Achterkant kostschool met spelende jeugd (steendruk P.J. Lutgens).

Kostschool Noorthey (± 1846)

Voorzijde kostschool Noorthey (steendruk van P. J. Lutgens).

Kostschool Noorhey (1855)

Bron: Library of Congress, prints & photographs division.

Lawntennis in 1887