Croesen schreef talrijke inhoudelijke artikelen. Hij besprak nieuw verschenen boeken, maakte congresverslagen, deed verslag van jubilea en jubelfeesten en vertaalde buitenlandse artikelen. Ook had hij mondeling en schriftelijk contact met wetenschappers en politici van alle bestuurslagen. Als secretaris en (eind)redacteur maakte hij de verslagen van (leden)vergaderingen, stuurde hij adressen (verzoekschriften) naar allerlei instanties en reageerde hij op (ingezonden) brieven/stukken en op fouten in de verslaggeving door anderen. Vanuit genoemde functies, maar ook op persoonlijke titel, reageerde Croesen ook inhoudelijk op artikelen. Hij deed dat soms beschouwend of becommentariërend, maar hij diende de schrijvers ook wel van repliek, wat af en toe leidde tot een polemiek.

De meeste artikelen van Croesen verschenen in Volksheil en in de organen van verenigingen en bonden waar hij lid van was. Enkele keren publiceerde hij zelfs in medische tijdschriften zoals: De Gezondheid: tijdschrift voor den beschaafden stand; de Geneeskundige Courant; het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde.
Ook nam Croesen publicaties uit deze tijdschriften over. Het betrof vooral fysiologische onderwerpen of bijdragen over het belang van gymnastiek, met name voor meisjes en vrouwen. De betreffende artikelen waren vaak geschreven door gezaghebbende medici-hygiënisten als G. Allebé, H. van Cappelle (sr), S.S. Coronel en D. Lubach.

Alles wat Croesen zag, las of hoorde, kon voor hem aanleiding zijn daarop te reageren. Met zijn uitgesproken opvattingen en scherpe pen zocht hij vaak de grens op. Om verbetering te bewerkstelligen over het onderwijs in de gymnastiek schreef Croesen onder andere over:

De relatie gymnastiek en volksgezondheid;

Het belang en de inrichting van accommodaties (zalen, speeltuinen, kwaliteit van de toestellen);

De inhoud en inrichting van de examens, de noodzakelijke verschillen tussen de eisen voor het lager en middelbaar onderwijs, de kwaliteit van de examens, de te stellen eisen aan examinatoren, de examenuitslagen. eigen vaardigheden van de kandidaten tijdens de examens;

Het verplichten van gymnastiekonderwijs als leervak op alle schooltypen;

Het belang van anatomische kennis van gymnastiekleraren;

Het verbeteren van de conditie van dienstplichtigen;

De urgentie van voortdurende aandacht voor rechtspositionele zaken (salarissen, pensioenen etc.) en de uitbreiding van het aantal lessen;

Het inrichten van een regeringszetel ter bevordering van het gymnastiekonderwijs;

De noodzaak van toesteloefeningen voor meisjes maar het niet laten uitvoeren van toesteloefeningen door kinderen onder de tien jaar;

De relevantie van het verzet tegen het turnen als wedstrijdsport en het turnen als middel om een prijs of premie te krijgen. De ‘kunstjes’ tijdens zogenaamde ‘prijskampen’ waren Croesen een doorn in het oog omdat hij ze in strijd vond met een alzijdige harmonische ontwikkeling, met ‘het belang van eigen lijf’.