Roelof Westerhof werd geboren op 12 november 1943 te Heerenveen en groeide op in De Wijk (Meppel). De die hij opdeed bij de gymnastiekvereniging in De Wijk bleken een unieke leerschool toen hij later het ‘leren leren’ wilde vereenvoudigen.
Het belang van een brede eigen ontwikkeling
Na het Lyceum in Meppel lag voor Westerhof een opleiding als piloot voor de hand. Door een overschot aan piloten koos hij echter voor de
Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Groningen
(1962-1966). Hier was hij bestuurslid van de studentenvereniging Mesacosa en deelnemer aan de internationale studentenuitwisseling. Tijdens zijn studententijd ervoer Westerhof de betekenis van het inspireren van mensen die in een team een bepaalde taak moesten volbrengen. Tevens werd hij geïnspireerd door conrector Jan Bos en rector
Geert Groenman
. Deze laatste zette Westerhof op het spoor van een brede persoonlijkheidsontwikkeling, een maatschappelijke betrokkenheid en de rol daarbij van het ‘’.
Stimulator van praktijk gericht onderzoek
Aansluitend op zijn (1966-1968) studeerde Westerhof (1968-1974). Hij kreeg studieboeken vol theoretische bespiegelingen en filosofische beschouwingen, maar was juist op zoek naar een meer empirisch toetsbare theoretische benadering van het lesgeven.
Aanvankelijk combineerde Westerhof zijn studie met lessen LO aan de Ripperda-school te Winsum (1968-1970). Nog van opleiden accepteerde hij, , echter al snel een aanstelling (1970) als docent aan de ALO-Groningen voor de vakken Geschiedenis en Didactiek Lichamelijke Opvoeding.
Tijdens werk en studie kwam Westerhof achter de vruchtbare werking van ‘micro-teaching’ en ‘classroom-management’. Hij was geïntrigeerd in de oorzaken van falen en succes bij het lesgeven van de ALO-studenten. Hij vroeg hen daar naar, analyseerde hun lesgeefgedrag en gaf vervolgens feedback. Dat leidde aan de ALO tot het invoeren van micro-teaching bij de onderwijstraining en tot stage-lessen met radio-feedback tijdens het lesgeven.
Van 1975 tot 1985 was Westerhof zowel docent aan de ALO als docent methodologie van onderzoek en statistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen (Stichting Pedagogisch Onderwijs). Dat was een ideale werkcombinatie om zijn opvattingen in de praktijk te brengen. De inmiddels empirisch-wetenschappelijk geschoolde Westerhof kon nu in de opleiding een verbeterde didaktiek invoeren die was gebaseerd op gegevens uit kwantitatief en/of kwalitatief wetenschappelijk onderzoek. Hij paste daarmee in zijn lessen al vroeg ‘evidence based practice’ toe.
Manager, (her)structureerder en bestuurder
Als vanzelfsprekend werd Westerhof conrector (1984-1987) en afdelingsdirecteur (1987-1992) van de ALO-Groningen. In die functies werkte hij aan een ALO die paste binnen de herstructureringen van de lerarenopleidingen van die tijd en waarin studenten werden bekwaamd voor micro-, meso- en macrotaken in het regulier en speciaal onderwijs.
Op grond van zijn veelzijdige expertise, uitgesproken visie, scherpe analyse, en heldere formulering, werd Westerhof tijdens zijn ALO-periode om zijn inbreng te hebben. Hij deed onderzoek in het kader van de toelatingsselectie aan ALO’s en de harmonisering van het toelatingsbeleid. Maar één van zijn grootste landelijke taken verrichtte hij (1984-1988) binnen de
ACHODLO
, met als resultaat het behoud van de ongedeelde, eenvakkige, eerstegraads opleiding.
Westerhof vond vitalisering van het vak belangrijk en zette zich daarom ook in voor de vakvereniging. Hij was lid van de redactieraad van De Lichamelijke Opvoeding (1982-1984) en lid van het hoofdbestuur (1984-1993). Hij merkte bij de KVLO wel enig respect voor ‘evidence based’ onderzoek, maar stoorde zich aan het in stand houden van de tegenstelling tussen sport en lichamelijke opvoeding en het niet leggen van een sterke link tussen LO/sport en gezondheidszorg.
In de
publicaties van Westerhof lag, naast het onderwerp ‘gezondheid’, het accent op wetenschappelijk onderzoek, effectiviteit en efficiency van onderwijs, en kwaliteit in relatie tot geïnvesteerde energie.
Sterk geëngageerd
In 1991 deed het hogeschoolbestuur een klemmend beroep op Westerhof zijn vaardigheid in het leiden van een onderwijsinstelling in te zetten. Na zijn afscheid van de ALO (1992) raakte hij, als bestuurslid van het Studium Generale van de RUG en de Hanze Hogeschool, betrokken bij de Senioren Academie. Hier zat hij, namens genoemde onderwijsinstituten, in het bestuur, en als lid van de programmaraad participeerde hij in het ontwerpen en uitvoeren van cursussen. Ook na zijn pensionering bleef hij dat doen en zette zich daarnaast, vanuit zijn , in voor het bevorderen van energietechnologie en ecologische stabiliteit.
Literatuurverwijzingen
- Kramer, J.P. en Lommen, N. (1987). Geschiedenis van de lichamelijke opvoeding in Nederland. Zeist: Jan Luiting Fonds, p. 181-184.
Auteur: Kees van Tilborg
Roel Westerhof onderstreept het belang van dagelijks bewegen. Bron: archief Roel Westerhof.