Als 13 jarige (1921) kwam Schmüll in aanraking met de AMVJ. Dat was als deelnemer aan een jongenskamp op ‘De Paalberg’ in Ermelo. Hij werd aktief in de Kampers Sport Club van de AMVJ en maakte kennis (1924) met de ander kant van met jeugdwerk, en wel als leider aan de Christelijke vakantieschool Juliana in Amsterdam. Als 17-jarige ging Schmüll mee als kampleider bij de AMVJ en vanaf 1928 was hij als ‘campcounsellor’ verantwoordelijk voor o.a. woudloop- en trekkampen.
Gedurende heel zijn jeugd sportte Schmüll fanatiek bij AMVJ en hij was erbij toen deze organisatie in 1928 een nieuw gebouw kreeg aan het Leidsebosje in Amsterdam. Jo Eijkman, de grondlegger van de AMVJ, was zijn grote voorbeeld en zou dat ook blijven
Onmiddellijk na zijn afstuderen als leraar L.O. (1932) werd Schmüll, als assistent-sportleider voor 150 gulden per maand, de rechter hand van H.Th. Rooswinkel, het hoofd van de afdeling Lichamelijke Opvoeding en Sport (L.O.S.) van de AMVJ. Dat betekende voor Schmüll o.a. het geven van trainingen, het organiseren en begeleiden van kampen, en het verzorgen van de (grote) demonstraties.
In 1937 werd Schmüll algemeen sportleider (physical director) bij de AMVJ en tevens woonhuisleider (1937-1939). Als gevolg van de mobilisatie in 1939 en het uitbreken van WOII liep het aantal deelnemers aan de AMVJ-activiteiten in de oorlogsjaren snel terug.
Van 1942 tot 1945 had Schmüll geen officiële functie meer bij de AMVJ omdat het werk van de AMVJ voor het grootste deel was overgenomen door de nationaal socialisten. Om in zijn levensonderhoud te voorzien, werkte hij van 1941 tot 1946 als docent L.O. aan het Kennemer Lyceum in Bloemendaal.
Aan het einde van WOII was de AMVJ zonder enige organisatie en had nog slechts een 100-tal leden. Na de bevrijding keerde Schmüll terug bij de AMVJ en werd daar eind 1945 benoemd tot onderdirecteur. Het dienstverband zou ingaan op de datum van zijn ontslag aan het Kennemer Lyceum. De facto kreeg Schmüll daardoor op 1 februari 1946 bij de AMVJ ‘de leiding van het ledensecretariaat en de Afdeeling Lichamelijke Opvoeding’. Het werk als onderdirecteur was zeer arbeidsintensief omdat hij zowel verantwoordelijk was voor de programmering, de propaganda, de planning, de coördinatie als de uitvoering.
Twee jaar later werd Schmüll directeur voor het verenigingswerk (association general secretary) bij de AMVJ. In die functie was hij van 1948 tot 1953 tevens verantwoordelijk voor het hotel- en zwembadbedrijf en gaf hij leiding aan 135 personeelsleden.
In 1949 stond hij, samen met
G. Groenman
,
C. Gordijn
en L, Feisser, aan de basis van de bekende
Paalbergconferenties
op de AMVJ-accommodatie in Ermelo.
Een jaar later (1950) maakte Schmüll een studiereis van zeven maanden naar Noord Amerika. Hij kwam daar in contact met verschillende 'leading secretaries of the American and Canadian movement', het gemeenschapswerk (social groupwork), en woonhuiswerk (hostelwork). Tijdens zijn ‘tour d’Amérique’ bezocht hij veertig YMCA-branches en vijftien universiteiten/colleges waaronder het George Williams College (Chicago), genoemd naar de oprichter van de YMCA. Schmüll nam tijdens zijn Amerika-reis ook deel aan de zomercursus op Springfield College (Massachusetts). Dit College heette oorspronkelijk YMCA International Training School, en was toen een opleiding voor gymnastiekleraren en maatschappelijk werkers. Op Springfield College verzorgde Schmüll voor de studenten drie ‘periods’ over ‘ritme, ruimte en tijd’ als grondelementen van de bewegingsvorming. Tevens gaf hij tijdens de ‘summer school’ aan het Sargent College (Massachusetts) lessen in 'rhytmische bewegingsvorming' en in buitenlandse systemen van Lichamelijke Opvoeding.
Ten tijde van zijn functie als onderdirecteur en directeur was Schmüll ook nog betrokken bij een twintigtal YMCA-activiteiten en meerdere 'international committees' of (the world Alliance of) YMCA’s.
Ook na zijn vertrek bij de AMVJ bleef Schmüll betrokken bij de YMCA. Zo was hij in 1955 nog als hoofdleider sport (executive secretary) verantwoordelijk voor een sportprogramma voor 10.000 jongeren bij de viering van de 100e verjaardag van de eerste YMCA World Conference in Parijs.