Venster

Tweede generatie theorieontwikkelaars

De theorievorming in de lichamelijke opvoeding wordt in de periode direct na de Tweede Wereldoorlog gedomineerd door drie grote denkers: K. Rijsdorp,  G. Groenman  en C.C.F.Gordijn. Hoewel de opvattingen van deze coryfeeën van de naoorlogse lichamelijke opvoeding zeer verschillend zijn, hebben zij gemeen dat zij afstand nemen van een louter biologische benaderingswijze in de theorievorming van de lichamelijke opvoeding. Hun werk is sterk wijsgerig en antropologisch van aard.
Het zijn de opvolgers van deze inspiratoren van de lichamelijke opvoeding die gezocht hebben naar een praktische vertaling van de 'Bildungstheoretische' opvattingen van hun leermeesters. In navolging van de ontwikkelingen in West-Duitsland wordt met betrekking tot deze tweede generatie lichamelijke opvoeders wel gesproken van een 'Realistische Wende'. In Nederland werd deze ontwikkeling vanuit verschillende kanten ingezet. Met name vanuit de Interfaculteit Lichamelijke Opvoeding  is sprake van een sterke beïnvloeding die gevoed werd door de ontwikkelingen in de West-Duitse vakdidactiek.