Klaas Rijsdorp aanschouwde op 27 november 1911 in Apeldoorn het levenslicht. Al op jonge leeftijd beoefende hij de sporten turnen en atletiek. Hij groeide op in een Nederlands Hervormd gezin en hield de rest van zijn leven vast aan zijn religieuze opvoeding. Zijn beginselvastheid leidde er ook toe dat hij zich tijdens De
Tweede Wereldoorlog
aansloot bij .
In optreden en werk was Rijsdorp een bruggenbouwer die wars was van provocaties en controverses. Hij koos voor de gulden middenweg en hield daarbij steeds zijn lijfspreuk, de in de ondertitel geciteerde uitspraak van de door hem zeer bewonderde Griekse filosoof Plato, voor ogen. Rijsdorp overleed op 27 december 1990 in Bennekom.
Studieloopbaan
Na zijn gymnasiale opleiding in Amersfoort studeerde Rijsdorp voor de akte lichamelijke oefening in Apeldoorn en Utrecht. Eenmaal gediplomeerd volgde hij in de oorlogsjaren de ‘’ aan de
Academie voor Lichamelijke Opvoeding
in Amsterdam. Deze rondde hij af met een scriptie (1941).
Na zijn studie ging Rijsdorp aan de slag als leraar lichamelijke oefening en deed hij onderwijservaring op in het lager- en het middelbaar onderwijs. En passant behaalde hij de MO-akten Pedagogiek en Staatsinrichting, en rondde ook de studie Heilgymnastiek en Massage af.
Aangezien een doctoraalstudie Lichamelijke Opvoeding in Nederland ontbrak, vertrok Rijsdorp naar België. Aan de Katholieke Universiteit Leuven volgde hij tevens colleges in de biologie (erfelijkheidsleer en evolutie) en hield hij zich bezig met de studie van het afwijkende kind en de biometrie. Rijsdorp sloot zijn studie in 1951 af met een licentiaatsverhandeling 'Het oefenmoment in de sport'. Vijf jaar later promoveerde hij, eveneens in Leuven, op de dissertatie 'Sport als jong-menselijke activiteit'.
In 1959 voegde hij daar na een studie aan de New York University het 'Certificate on graduate level - Recreation in the United States' aan toe.
‘Bouwpastoor’, publicist, redacteur en bestuurder
In de periode 1961-’69 was Rijsdorp rector van de
Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding
. Aan dit instituut heeft hij talrijke studenten onderwezen in de vakken pedagogiek, psychologie en speciale theorie van de lichamelijke opvoeding. Daarnaast bekleedde Rijsdorp vele voor de vakwereld relevante (bestuurs)functies. Vaak moest hij de zaak vanaf de grond opbouwen, wat hem de kwalificatie opleverde. Ook als
Inspecteur
van het Onderwijs in Den Haag (1951-’60), belast met het toezicht op de lichamelijke opvoeding, verrichtte hij pionierswerk.
Binnen de vakwereld in Nederland speelde Rijsdorp een prominente rol. Hij was een veelgevraagd spreker, lid van en een
vruchtbaar publicist. In alle opzichten was hij een ‘bruggenbouwer’ en leverde ook een grote bijdrage aan de samenwerking tussen
Thomas van Aquino
en de KNVLO. Hij schreef enkele artikelen in
Richting (1946-1947) maar was vooral actief voor
De Lichamelijke Opvoeding. Voor het vakblad
De Lichamelijke Opvoeding schreef hij zeer veel artikelen, verzorgde , was redactielid (1947-’58), eindredacteur (1958-’72) en redactievoorzitter (1958-’81). Zijn belangstelling voor de geschiedenis van de
lichamelijke opvoeding
bleek uit de vele publicaties die hij, meestal in samenwerking met
Peter Kramer
, aan dit onderwerp wijdde.
Buiten Nederland was Rijsdorp actief betrokken bij de oprichting van de
Internationale Arbeitskreiz für zeitgemäße Leibeserziehung en trad hij op als redactielid van gerenommeerde vakbladen als International
Journal of Physical Education en
Sportwissenschaft. Hiermee, en in zijn functie als president van de ICHPER (International Councel of Health Physical Education and Recreation), heeft hij de belangen van de lichamelijke opvoeding ook op internationaal gebied behartigd.
Wetenschappelijke carrière
Rijsdorp werkte in Indonesië (1948-1951), als docent en later als aan de Universiteit van Bandoeng.
Van 1969 tot 1979 was Rijsdorp verbonden aan de Rijksuniversiteit te Utrecht als eerste in de Wetenschap van de Lichamelijke Opvoeding en de Sport, en als directeur van het . In nauwe samenwerking met zijn naaste medewerkers werd een opgezet op het gebied van specialisatie, nascholing en veldonderzoek. Op het
Gymnologisch Instituut
voelde Rijsdorp zich, zoals zijn collega hoogleraar
Gordijn
het typeerde, ‘bewegend thuis’.
Waardering
Uit zijn functies en publicaties blijkt dat Rijsdorp als geen ander de wetenschap verbond met de dagelijkse praktijk. Hij werd nationaal en internationaal gewaardeerd om zijn veelzijdige en kwalitatief hoogwaardige werk in dienst van de lichamelijke opvoeding en de sport, zijn bemoeienis met de bewegingsrecreatie, en het bewegingsagogische aspect van de zwakzinnigenzorg.
Die waardering leidde in 1962 tot het erelidmaatschap van de vakorganisaties KNVLO en Thomas van Aquino, en van de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische therapie. Tevens ontving hij de Groll-plaquette (1978), een Koninklijke onderscheiding tot officier in de orde van Oranje Nassau (1979), het eerste eredoctoraat in de lichamelijke opvoeding in de geschiedenis van de Universiteit Gent (1984), een eervolle benoeming tot Fellow American Academy of Physical Education en de International Recognition Award Iowa State University.
Literatuurverwijzingen
- Kramer, J.P, Schamhardt, H. en Langeveld, M.J. (1969). Enkele artikelen over Rijsdorp bij zijn benoeming als bijzonder hoogleraar
alsmede over de bijzondere leerstoel. Verzameld in een extra nummer (57e, 12 april, p. 285-316) van De Lichamelijke Opvoeding.
- Groenman, R.W. (1973). Rijsdorp 25-jaar redakteur. Lichamelijke Opvoeding, p. 99.
- Lommen, N. (1979<1980>). Professor Dr. K. Rijsdorp. In: Nauta, J. en Vlasblom, H.J. (red.). Lichamelijke opvoeding in perspectief. Utrecht/Lochem: Gymnologisch Instituut/De Tijdstroom, p. 317-337
- https://profs.library.uu.nl/index.php/profrec/getprofdata/1734/65/140/0
- Lommen, N. (1981). Professor dr. K. Rijsdorp 7 x 10 jaar. Lichamelijke Opvoeding nr. 20, p. 692-694.
- Keukelaar, J. (1981). Rijsdorp: zijn leven, zijn werk. De Lichamelijke Opvoeding nr. 20, p.688-691.
- Kramer, J.P. (1981). Rijsdorp 70 jaar. De Lichamelijke Opvoeding nr. 20, p.687.
- Laporte, W. (1984). 75 jaar lichamelijke opvoeding aan de RUG (Uit het verleden van de RUG nr. 17). Gent: Archief R.U.G. p. 68- 69.
- Kramer, J.P.; Lommen N. (1987). Geschiedenis van de Lichamelijke Opvoeding in Nederland. Zeist: Jan Luiting Fonds. p.139-146.
Auteurs:
Jan Bovend’eerdt (versie 1: 2012) en Jaap Tuinenga (versie 2: 2016)
Rijsdorp filosofeert over de kern van de opleiding tot leraar. Uit de NOS serie 'Lijf in beweging' (1973). Bron: Beeld en geluid.