Oene Loopstra is geboren op 29 september 1936 in Heerenveen en groeide op in Joure. Daar volgde hij de lagere school en de HBS en was actief lid van een turnvereniging. Na de HBS (1957) studeerde Loopstra aan de
Christelijke Academie voor Lichamelijke Opvoeding
(CALO), de eerste twee jaar nog in Rotterdam, daarna in Arnhem. Hij werd hier opgeleid in en beïnvloed door de ‘Leer van het menselijk zich bewegen’, ontwikkeld door
C.C.F. Gordijn.
Leraar LO en vervolgstudie
Als leraar lichamelijke opvoeding werkte Loopstra in Emmen, eerst aan het Christelijk Lyceum en daarna aan de Pabo. Naast zijn werk studeerde hij onderwijskunde in Groningen. Daar kwam hij in aanraking met het wetenschappelijk en didactisch denken van Loopstra studeerde in 1973 af op een onderzoek naar de effecten van instructie op het leren van leerlingen. Dit onderzoek kan gezien worden als een vervolg op het leerpsychologisch onderzoek van Henk Pijning.
Theorieontwikkelaar: van betekenisanalyse tot betekenisgebieden
Na zijn studie onderwijskunde kreeg Loopstra een aanstelling als docent aan de CALO in Arnhem (1974). Daar kwam hij in contact met de Ben Siemes, Piet Meerdink en
Jan Tamboer
en ontwikkelde hij zich tot een belangrijke exponent van de zogenaamde
tweede generatie theorieontwikkelaars in de LO.
Bovengenoemde theoriedocenten werkten daar, in het kader van een opgestart samen met een aantal zogenaamde
De opleidingsdocenten vormden onder leiding van adjunct-directeur Meerdink een werkgroep 'didactiek methodiek' en werkten aan een
vernieuwde theorie van het bewegingsonderwijs. Hun ontwikkelwerk, met name de eerste aanzetten tot een theorie van de betekenisgebieden, is door Loopstra beschreven in zijn boek Over bewegen en bewegingsonderwijs (1983). Dit denken in bewegingsgebieden, met als kenmerk overeenkomstige bewegingsproblemen, heeft in de daaropvolgende jaren de ordeningen in de vakwereld van de lichamelijke opvoeding blijvend veranderd. De door Loopstra gepubliceerde opvatting over bewegingsonderwijs wordt ook wel aangeduid als
'de Arnhemse school'.
Voorzitter van de KVLO en rector van de HALO
In 1987 verliet Loopstra de CALO en volgde hij
Peter Kramer
op als rector van de
Haagse Academie voor Lichamelijke Ovoeding
(HALO). Een jaar later volgde hij Kramer ook op als voorzitter van de KVLO. Daar vormde hij samen met secretaris
Truus van der Gugten
een sterk bestuurlijk duo dat jarenlang het gezicht van de KVLO bepaalde.
In de periode van zijn KVLO-voorzitterschap probeerde Loopstra de onderwijskundige principes van de 'Arnhemse school' te vertalen naar het beleid van de vakvereniging en was hij nauw betrokken bij meerdere
Op veel fronten actief
Loopstra had een groot netwerk in de politiek en in de wereld van wetenschap en sport. Hij was bestuurslid van het
Jan Luiting Fonds
en voorzitter van de Stichting voor de Wetenschap van Lichamelijke Opvoeding en Sport (SWLOS). Tevens was hij lid en voorzitter van de Internationale Arbeitskreis für Zeitgemässe Leibeserziehung (IAZL).
In 1990 was Loopstra mede-initiatiefnemer en eerste voorzitter van de European Physical Education Association (EUPEA). In deze hoedanigheid heeft hij een grote bijdrage geleverd aan de zogenaamde
startverklaring van Madrid.
Behalve voor vakinhoudelijke ontwikkelingen maakte Loopstra zich ook sterk voor de arbeidsvoorwaardelijke ontwikkeling van het beroep. Dat deed hij als lid en voorzitter van de
Loopstra bleef voorzitter van de KVLO tot 2001. In deze hoedanigheid schreef hij
enkele (hoofdstukken in) boeken en een groot aantal artikelen. Geliefd en gevreesd waren zijn beschouwingen op de ‘Eerste Pagina’ van elk nummer van het vakblad Lichamelijke Opvoeding.
Bij zijn afscheid als voorzitter van de KVLO werd Loopstra benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau en tot ere-voorzitter van de KVLO. Na zijn aftreden als voorzitter bleef hij nog een aantal jaren actief in het bestuur van de Stichting voor de Wetenschap van de Lichamelijke Opvoeding de Sport en als voorzitter (1997-2004) van de CMHF.
Loopstra overleed op 10 februari 2014. Bij het afscheid benadrukte Jan Rijpstra, als voorzitter van de KVLO, de grote interesse van Loopstra in
Literatuurverwijzingen
- Gordijn, C.C.F. (1968). Inleiding tot het Bewegingsonderwijs. Baarn: Bosch & Keuning, p. 171.
- Kramer, J.P. & Lommen, N. (1987). Geschiedenis van de Lichamelijke Opvoeding. Zeist: Jan Luiting Fonds, p. 155-160.
- Loopstra, O. (1983). Over bewegen en bewegingsonderwijs. Baarn: Bekadidact, p. 119.
- Loopstra, O. & Westerhof, R. (1984). Beweegredenen. Zeist: Jan Luiting Fonds, p. 31.
- Stegeman, H. (2001). Bewegingsonderwijs, belang en bedoeling. Zeist: Jan Luiting Fonds, p. 140.
- Pijning, H.F. (1983). Motoriek en leren. Groningen: Wolters-Noordhoff, p. 167.
- Crum, B. & Donkers, A. (1989). Bewegingsonderwijs in verandering. Baarn: Bekadidact, p. 111.
- Tamboer, J.W.I. (1973). Op weg naar een didactiek voor bewegingsonderwijs. Doctoraalscriptie. Amsterdam: Vrije Universiteit.
Auteurs: Gert van Driel en Harry Stegeman (versies 2012 en 2019)
Redactionele aanpassingen: Frans Kaandorp en Kees van Tilborg (2024)
HALO-rector Oene Loopstra heeft het laatste woord na het slotoptreden van de demogroep die vertrekt naar de Gymnaestrada in Herning (Denemarken).
Fragment uit de film ‘Een kijkje in de keuken’ gemaakt door Jaap Bakker, docent turnen en leider van de Demogroep (1987).